Onder het vergrootglas van maatschappij en media
Ook in 2018 had de economie de wind in de rug. Dat was te merken aan de grote volumes afval die we aangeboden kregen. Daarbij ging het om ruim 890.000 ton stortafval en 1.500.000 ton granulaire stromen voor opwerking tot bouwstoffen. Tevens is ruim 1.000.000 ton grond en bouwstoffen vanuit de markt intern toegepast (bijvoorbeeld in de afwerking van Park Nauerna). Daarnaast is gedurende het jaar door Bodemzorg weer een aantal overeenkomsten afgesloten voor de afkoop van nazorg van grote saneringsprojecten in het land. In het aanbod voor storten zat, net als in 2017, ook brandbaar en organisch afval dat bij de verwerking geuroverlast kan geven en eigenlijk niet thuishoort op een stortlocatie. Door capaciteitsproblemen bij de afvalenergiecentrales (AEC’s) werd voor dit afval ontheffing van het stortverbod aangevraagd en verleend. Gelukkig importeren AEC’s inmiddels minder buitenlands afval en is een kentering ingezet.
Wens en werkelijkheid
Inzoomend op onze rol in de samenleving zien we dat de afvalsector onder het vergrootglas is komen te liggen van maatschappij en media. In een wereld waarin sprake is van klimaatproblemen en toenemende vervuiling kan dat bijna niet anders. Het is begrijpelijk dat mensen die rond locaties van Afvalzorg wonen kritisch zijn op risico’s voor milieu en gezondheid. De aard van ons werk kan bovendien stof- en geuroverlast met zich meebrengen. Ook de transformatie van onze activiteiten zorgt voor hinder, nu we op onze locatie Nauerna de activiteiten op het stortgedeelte afbouwen en een groot oppervlak tot park afwerken en op de locaties Wieringermeer en Zeeasterweg juist stortcompartimenten bijbouwen. Wij zijn ons er zeer van bewust dat we als afvalverwerkend bedrijf een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. We gaan daar uiterst zorgvuldig mee om en doen er alles aan om overlast voor de omgeving tot een minimum te beperken.
Circulaire hindernissen
In onze dagelijkse praktijk zien we dat maatschappelijke wensen soms op gespannen voet staan met de werkelijkheid. Zo streven we in Nederland naar een circulaire economie waarin we zo min mogelijk afval storten en verbranden, en zoveel mogelijk grondstoffen hergebruiken. Tegelijkertijd heeft de samenleving moeite met het daadwerkelijke toepassen van producten met een tweede leven. Hergebruikgrond toepassen bijvoorbeeld klinkt aantrekkelijk op papier, maar leidt in de praktijk vaak tot weerstand in de omgeving. Als we een circulaire stap voorwaarts willen zetten moeten we in Nederland hergebruiksprodukten ook daadwerkelijk toepassen!
Verder zie ik de hoeveelheid stortafval, die over de jaren gestaag is gedaald van 15 miljoen ton naar een slordige 2 miljoen ton nu, voorlopig niet verder afnemen. Meer recycling zal nieuwe residuen opleveren, waarvoor geen andere optie is dan storten. Neem de 2 miljoen ton AEC-bodemas die resteert na verbranding van ons huishoudelijk afval (jaarlijks 8 miljoen ton). Normaliter werd deze stroom, onder IBC-condities, volledig benut als ophoog-/funderingsmateriaal in de infrastructuur. In een Green Deal heeft de overheid met de sector afgesproken om vanaf 1 januari 2020 alle bodemas op te werken tot een vrij toepasbare bouwstof. Het is geweldig dat we dit in Nederland kunnen; in Europees verband lopen we hiermee absoluut voorop. Anderzijds zal het opwerkingsproces zo’n 300.000 ton verontreinigd slibresidu opleveren en storten is voor deze afvalstroom vooralsnog de enige oplossing. Zo brengt de circulaire economie ook nieuwe stortstromen met zich mee.
Duurzaam stortbeheer
Voorlopig zal Afvalzorg haar functie van vangnet voor afval dat we niet kunnen recyclen of verbranden dus houden. Ons uitgangspunt is dan dat we het maar beter zo goed mogelijk kunnen doen. Hier investeren we dagelijks in. We zijn kennisleider op het gebied van innovatief en veilig storten, stortplaatsbeheer en stortgasmanagement. Die kennis delen we in binnen- en buitenland. In 2018 deden we dat bijvoorbeeld in Myanmar, met een intensieve en praktijkgerichte training stortplaatsbeheer. Gesloten stortlocaties richten we in tot veilige en mooie nieuwe landschappen, of transformeren we tot zonnepark. Zo voorzagen we het volgestorte deel van onze locatie Wieringermeer (in exploitatie) het afgelopen jaar van 11.000 zonnepanelen (goed voor de energiebehoefte van 1.000 huishoudens). Binnenkort gaan we dit zonneveld nog uitbreiden met 22.000 panelen (voor in totaal 3.000 huishoudens). Ook op onze andere locaties gaan we de komende jaren fors inzetten op duurzame energie.
Daarnaast zetten we ons al jaren keihard in voor de verduurzaming van gestort afval. Verduurzaming kan immers een einde maken aan het inpakken en afdichten van het stortlichaam, met de belofte om dit eeuwig te monitoren. Een belofte die weinig waard is, omdat we die noodgedwongen moeten doorgeven aan de volgende generaties. Dat moet en kan anders, met wetenschappelijk onderzoek hebben we dit al aangetoond. Met relatief eenvoudige technieken kunnen we ervoor zorgen dat stortafval na korte tijd geen emissies meer geeft naar de lucht of het grondwater. Of het in de praktijk ook lukt en waar we dan tegenaan lopen, onderzoeken we momenteel in een aantal pilots. In een periode van tien jaar willen we aantonen dat het verduurzamen in de praktijk ook kan. De overheid heeft de stortlocaties die potentieel verduurzaamd kunnen worden gedurende de pilotperiode ontheven van de verplichting om een bovenafdichting aan te brengen in afwachting van de resultaten van de pilots. De eerste ervaringen zijn bemoedigend. Wij zijn er zelf van overtuigd dat dit de weg is die we moeten inslaan en dat verduurzaming wereldwijd milieuwinst kan opleveren.
Ook onze locatie Nauerna is potentieel te verduurzamen. Vanaf 2022 nemen we daar geen stortafval meer in. Op 15 hectare van deze locatie blijven we actief, de overige 60 hectare richten we in als park voor de omgeving. Echter zonder bovenafdichting, zodat verduurzaming mogelijk blijft. Inmiddels is door ons aangetoond dat zonder afdichting veilig gerecreëerd kan worden in het park op de stortlocatie. Locatie Zeeasterweg, in Lelystad, neemt dan het stokje over als hoofd-stortlocatie.
Afvalzorg investeert niet alleen in de toekomst van haar eigen locaties, maar vooral ook in de maatschappij en de generaties na ons. Want dat is waar we voor staan: meerwaarde creëren door veilige landschappen terug te geven aan de maatschappij.
Ik nodig u van harte uit om meer over onze activiteiten en projecten te lezen in dit jaarverslag.
Bert Krom
Algemeen directeur